Australian LABRADOODLE

GESCHIEDENIS VAN DE LABRADOODLE

 

In 1989 kruiste een fokker voor het eerst een poedel met een labrador.

 

Hij wilde een hond met de vachtstructuur van een poedel en de "will to please" van een labrador.

Deze fokker (Wally Conron) heeft de naam Labradoodle bedacht.

 

De inspiratie kwam toen een koppel hem in 1980 vroeg een hulplhond voor hen te fokken die bij hen zou passen. De vrouw van het koppel was slechtziend.

Ze had een blindegeleidehond nodig, maar haar partner was allergisch voor de meeste honden.

 

 

UITERLIJK VAN DE LABRADOODLE

 

Vacht

Labradoodles hebben een fleecevacht en wolvacht.

Ze hebben geen ondervacht.

Labradoodles verharen niet.

De vacht heeft wel verzorging nodig.

Labradoodles komen in veel verschillende kleuren voor.

Er zijn Labradoodle honden met onder andere een blonde vacht, bruine vacht, peper en zout kleur vacht, goudkleurige vacht en zwarte vacht.

De vachtkleur wordt bepaald door de kleurstoffen in de huidcellen.

 

Lichaam

De schofthoogte van de Labradoodle ligt over het algemeen tussen de 60 en 65 cm. 

Een volwassen Labradoodle reu weegt meestal tussen de 25 en 35 kilo.

Een volwassen Labradoodle teef weegt meestal tussen de 20 en 27 kilo.

De staartaanzet van de Labradoodle begint vrij laag. 

De staart wordt vaak krom omhoog gedragen.

 

           

 

KARAKTER VAN DE LABRADOODLE

 

De (Australian) Labradoodle heeft een vriendelijk karakter.

De Labradoodle is sociaal en intelligent.

Ook is de Labradoodle opgewekt, energiek, aanhankelijk en dol op kinderen.

De Labradoodle heeft de "will to please" van de labrador en de intelligentie van de Poedel.

Hierdoor is de Labradoodle goed op te voeden.

Op gehoorzaamheidstrainingen- en wedstrijden doet de Labradoodle het heel goed.

De Labradoodle werkt graag voor zijn baasje.

Labradoodles maken graag deel uit van het gezin.

De Labradoodle is zeer kindvriendelijk.

De Labradoodle is waaks.

 

GEZONDHEID VAN DE LABRADOODLE

 

De Labradoodle hond is door zijn kruising geen echt hondenras.

Hierdoor is het moeilijk te voorspellen welke gezondheidsproblemen zich kunnen voordoen.

 

Bij rashonden kunnen ze dit meestal nagaan via de stamboom en de bloedlijnen.

Aangezien dit meestal niet mogelijk is, wordt er vanuit gegaan dat ze dezelfde ziektes en gebreken kunnen hebben als die van een Poedel of Labrador.

 

Labradoodles bereiken meestal een leeftijd van 14 jaar.